-
-
-
-
HET KASTEEL VAN WATOU
HISTORIESinds de Middeleeuwen is de heerlijkheid van Watou een leengoed geweest van verschillende heren. De vroegste bronnen vermelden dat Watou rond 1133 behoorde tot de eigendommen van Diederik van Beveren, graaf van Diksmuide.In 1559 ging het domein over in de handen van de familie Joigny en net geen halve eeuw later, in 1608, werd het al aangekocht door Karel van Ydeghem.
Onder de heerschappij van Karel van Ydeghem, die getrouwd was met Maria van Cortewyle, werd Watou tot graafschap verheven door de Spaanse vorst Philips IV in 1628. Karel en zijn vrouw kregen de titel van graaf en gravin van Watou. Na hun dood werden hun beeltenissen gebeeldhouwd in witte marmer. Hun praalgraf kan ook nu nog bewonderd worden in de Sint-Bavokerk te Watou.
De eerste graaf, Karel van Ydeghem, woonde in “Het Blauwhuis”. Zijn zoon, Johannes van Ydeghem, tweede graaf van Watou, liet in 1620 een prachtig kasteel bouwen. Een toenmalige afbeelding toont ons een rechthoekig grondplan van het kasteel, dat door een gracht omringd werd en enkel bereikbaar was door middel van een ophaalbrug. Aan de zijde van de ingangspoort, die naar de binnenplaats leidde, zijn er twee torens zichtbaar die duidelijk boven het dak opstegen. De tekenaar Sanderus beschrijft het kasteel op zo’n overweldigende wijze dat de tekst doet vermoeden dat er van enige overdrijving sprake is. Om deze bewering nog meer kracht bij te zetten, vertelde men dat de paarden zilveren hoefijzers droegen … ! Andere overgeleverde bronnen vertellen echter ook over dat prinselijke leven van de heren van Watou, die tot één van de rijkste families van Vlaanderen behoorden.
De mooie jaren van het kasteel en het dorp bleven echter niet duren. Watou, een dorp in de grenszone, leed onder de verschillende oorlogen die de Zuidelijke Nederlanden geteisterd hebben. In 1661 nam Lodewijk XIV stelselmatig bezit van de Zuidelijke Nederlanden, die hij volledig in zijn macht wilde krijgen. Als voorbereiding en om de doortocht van de koning en zijn koninklijke hofhouding te vergemakkelijken, werden onvoorstelbare maatregelen getroffen.
Tijdens zijn veroveringstochten overnachtte Lodewijk XIV in het kasteel van de graaf waar hem ook een groot feest werd aangeboden...
In 1793 werd het kasteel tijdens de Franse Revolutie volledig verwoest door brand. De enige overblijfselen, die nu nog getuigen van het bestaan van het toenmalige kasteel, zijn de toegangspoort in renaissancestijl en de kasteelgrachten.
In 1810 werd het domein uiteindelijk verkocht door de laatste graaf aan Antonius-Franciscus Vanden Bogaerde, die op het domein een tabaksfabriek oprichtte. Op de ruïne van het oude kasteel werd een statig herenhuis in Franse stijl gebouwd. In de negentiende eeuw wisselde het domein nog minstens vier keer van eigenaar en werd het uiteindelijk door de Belgische staat aangekocht.
In 1914 was het huis even een gevangenis voor ernstige misdadigers en tegelijkertijd het aanmeldpunt voor jonge dienstplichtigen. Gedurende een periode van vier jaar werd daar slechts één gevangene bewaakt! Tijdens Wereldoorlog II viel het herenhuis in handen van de Duitse troepen en werd het hoofdkwartier van de tolbeambten er gevestigd. Na de oorlog bleef het huis onbewoond tot 1959 en dan pas kwam het domein terug in privébezit.
In juli 2016 werden Peter en Hilde Stuijk - Vandaele de nieuwe eigenaars van het voormalig 'KASTEEL VAN WATOU'. Een jaar later, in juli 2017, startten zij officieel de kunstgalerie in de tuin van het domein. -
THE CASTLE OF WATOU
HISTORY